Maanden later dan gepland presenteert Eurocommissaris Wopke Hoekstra vandaag het klimaatdoel van de Europese Unie voor 2040. Duidelijk is nu al dat het doel wordt vastgesteld op 90 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990. Het doel is de laatste tussenstop naar een klimaatneutrale EU in 2050: dan moet de uitstoot uitkomen op netto 0 procent.
Om te zorgen dat landen niet al hun klimaatregels tot het laatst uitstellen, zijn er de tussentijdse doelen. Op basis van zo'n klimaatdoel moeten EU-landen voldoende maatregelen nemen om de uitstoot naar beneden te krijgen.
Het was deze keer niet makkelijk om het percentage vast te stellen. Tegen klimaatbeleid is op dit moment veel weerstand. Regeringsleiders wijzen op alle crises in de wereld. Ze stellen dat ze al hun tijd, en vooral hun geld, nodig hebben voor defensie en veiligheid en ook voor het concurrerender maken van de Europese economie.
Door de veranderde politieke wind werden al meerdere klimaatplannen afgezwakt, waaronder de ontbossingswet. Ook werden allerlei regels geschrapt die bedrijven juist moesten dwingen tot klimaatregels.
Aan de bak
Hoekstra moest duidelijk aan de bak, want hij voelde aan dat zijn oorspronkelijke 90 procent-plan zomaar zou kunnen sneuvelen. Hij reisde heel Europa door om in de hoofdsteden te horen waar de bezwaren zaten en zo met een plan te kunnen komen waar voldoende steun voor is. Een tijdrovende klus, waardoor het plan er niet in februari al lag, maar nu pas.
Aan het einddoel heeft Hoekstra niet willen tornen, dat blijft 90 procent minder uitstoot in 2040. Ook al zouden sommige landen het percentage graag lager zien. Onder meer Polen, Italië, Hongarije, Tsjechië en Slowakije zitten niet te wachten op al te scherpe klimaatdoelen.
Wat hij wel doet: het makkelijker maken voor landen om het doel te halen. Zo hoopt hij zich te verzekeren van voldoende steun. Ook een land als Frankrijk, dat plots heel kritisch is over vooruitstrevend klimaatbeleid, wil Hoekstra over de streep halen. Of dat lukt, zal moeten blijken.
Duitsland, het grootste land van de EU, lijkt in ieder geval wel achter Hoekstra's plan te staan. Hoekstra overlegde uitgebreid met de Duitsers en legde zo de basis voor wat hij denkt dat haalbaar is.
Uit gelekte stukken blijkt dat Hoekstra met verschillende opties komt om de pijn die landen zouden lijden door nieuw klimaatbeleid te verzachten. Opvallend is de mogelijkheid om een deel van de uitstootvermindering buiten de Europese Unie te mogen realiseren.
Het komt er kort gezegd op neer dat landen de klimaatwinst die ze elders boeken, hier mogen meetellen. Bijvoorbeeld als ze zorgen dat een fabriek in India minder broeikasgassen uitstoot of als ze bossen aanplanten in Zuid-Amerika.
Wetenschappers uit de Europese Wetenschappelijke Adviesraad waarschuwden eerder dit niet te doen. Ze vrezen dat de buitenlandse klimaatclaims lastig te controleren zijn. Verder vinden ze dat de EU-landen hun geld beter in eigen land kunnen uitgeven.
'Geen achterdeurtjes creëren'
Soortgelijke kritiek is te horen in het Europees Parlement. Niet alleen bij Hoekstra's eigen politieke familie, die van de christendemocraten, maar ook bij GroenLinks-PvdA, de partij van de vorige EU-klimaatcommissaris Frans Timmermans.
"Ik heb liever dat we dat geld gebruiken om staalbedrijf Tata te vergroenen dan om tien elektrische bussen in Vietnam te laten rijden", zegt Europarlementariër Mohammed Chahim (GL-PvdA). "Dat geld hebben wij hier nodig."
Aan de buitenlandse projecten is in Hoekstra's plan een limiet verbonden. Ze mogen optellen tot maximaal 3 procent van de te verminderen uitstoot. Toch is Chahim er niet gerust op: "Ik wil gewoon goede doelen stellen en geen achterdeurtjes creëren."
Maanden aan discussie verwacht
De EU kan zich opmaken voor maanden van discussie over die achterdeuren en over de andere geitenpaadjes in Hoekstra's plan. Zowel de EU-landen als het Europees Parlement moeten instemmen. Het is duidelijk dat van alle kanten geprobeerd zal worden het plan nog aan te passen.
Waar de een nog veel meer buitenlandse klimaatwinst wil meetellen, zal de ander er juist helemaal van af willen. Wat die discussie oplevert, is afwachten. Wel is de verwachting dat het 90 procent-doel uiteindelijk blijft staan.
Let wel: op papier. Want met alle tegemoetkomingen die Hoekstra doet, is allerminst zeker dat landen in de praktijk het doel echt halen. Het zou zomaar kunnen dat ze lager uitkomen. En dat we daarmee opnieuw een voorbeeld hebben van klimaatbeleid dat in het huidige politieke klimaat wordt afgezwakt.